Overlijden Patrick Van Gindertaelen

maandag 24 november 2014

Helaas moeten wij het overlijden melden van onze goede vriend Patrick Van Gindertaelen. Na een lange, sleepende ziekte is Patrick op 24 november ontslapen.

Patrick was 2 jaar voorzitter: in het jaar 2010-2011 en 2011-2012. Jarenlang heeft hij zich ingespannen voor Rotary via zijn werking in verschillende commissies waaronder de fund raising. Patrick is ook gedurende verschillende jaren penningmeester geweest van onze club en was eveneens onze huisfotograaf. 

Veel te jong laat hij een echtgenote, Daniëlle, 2 kinderen, 2 kleinkinderen en zijn moeder achter. We zullen hem altijd herinneren als geëngageerd Rotariër die zich zeer hard heeft ingezet voor de sociale doelen van Rotary in het algemeen en van onze club in het bijzonder.

 

Hierbij de afscheidsspeech naar aanleiding van zijn begrafenis: 

Beste Patrick
 
De eerste keer dat je naar onze Rotaryclub kwam, was je voor de meesten onder ons een vreemde en leek je wel schoorvoetend, misschien zelfs een beetje bedeesd, de zaal te betreden waar onze clubvergaderingen doorgingen. Heel snel integreerde je je echter in onze groep en met je humor vroegen velen niet liever om met jou aan tafel te mogen zitten. Je vertelde de ene mop na de andere en imiteerde hiervoor verschillende typetjes als geen ander. Één van je leuzen was 'hoe vettiger hoe prettiger' waardoor het gelach en gebulder aan je tafel steeds uitsteeg boven het gewoel aan de andere tafels.
 
Rotary betekende heel veel voor je: je nam duizenden foto’s op alle mogelijke en onmogelijke evenementen van je geliefde club, je was er altijd bij als de handen uit de mouwen moesten gestoken worden en je regelde menige ‘ladies nights’ in diverse restaurants. Bovendien deed je gedurende 2 jaar je uiterste best om een goed voorzitter te zijn. Dank je, Patrick, namens al onze leden voor je inzet, je tijd, alle moeite die je deed om onze idealen te realiseren en bovenal voor je vriendschap.
 
Naast Rotary hield je ook van het leven en je liet je gezin, je familie en je vrienden hier mee van genieten: het zwembad, de jacuzzi en de vele aperitiefjes of feestjes die je hebt georganiseerd getuigen hiervan. Je stond er vorig jaar nog op om de prachtige viering van de zestigste verjaardag van  Daniëlle tot in de puntjes te organiseren. Zo zorgde je zelfs voor een ontvangst door een rode loper en je genoot ervan dat zichtbaar iedereen blij was met dit topevent. Naast genieten van het leven, hield je er ook van om oude klokken te restaureren. De tafel in de eetkamer lag dan vol met radertjes, wieltjes, vijsjes en allerlei opgepoetste onderdelen. Hoe je het deed om alles terug in elkaar te steken, begrijpt niemand, maar je slaagde er steeds opnieuw in om van een oude versleten klok een prachtig exemplaar te maken dat blonk alsof het wilde schitteren in een exclusief klokkenmuseum. En bovendien liepen alle klokken nog perfect juist ook en je genoot ervan als elk uur al je klokken synchroon hun muziekje afspeelden. 
 
Heel snel leerden we jammer genoeg een andere kant van je kennen: regelmatig kampte je met allerhande fysische problemen. Zelf omschreef je dit fenomeen heel plastisch door te stellen dat als een bus vol mannen aan de kant van de weg een plasje zouden doen, niemand bang hoefde te zijn want de wesp zou jou toch uitkiezen om zijn angel in achter te laten en niemand anders. Je fatalisme in dit verband deed me denken aan de film van Pierre Richard ‘Le Grand Blond avec une Chausure Noire" waarin hij vertelt dat niemand bang hoefde te zijn omdat de vallende bloempot toch op zijn hoofd zou terechtkomen. Geen moment later, viel deze inderdaad op zijn hooft. Je vertelde op een bepaald moment dat je bang was omdat je al drie maanden nergens meer pijn had, en de zondag erop hield je een hersenschudding over aan een ongelukkige val bij een vernissage in een roepzaal.
 
26 september 2008 veranderde je leven grondig. Een onachtzame telefonerende automobiliste reed je aan op de Italiëlei en beperkte drastisch je mobiliteit. Huilend verbeet je de pijn, maar je relativeerde je ongemakken door er onmiddellijk aan toe te voegen dat je blij was dat dit niet levensbedreigend was. Tot in juni 2013 bleek dat je zelf een hersentumor had en wat later dat hij, helaas, kwaadaardig was. Je was bang om te jong te sterven, voor je werkelijk had geleefd zoals Ann Christy zong in 'De Roos'.  Ondanks dit vreselijke perspectief, genoot je toch nog van eenvoudige dingen: een heerlijk lekker dineetje bij Jan en Pauline in Breda, een uitstapje aan zee of een bezoekje aan je vrienden in onze Rotaryclub. Je bleef je moed verzamelen omdat je het belangrijk vond er telkens weer 'bij' te zijn.
 

Maar naarmate de tijd vorderde en je klokje tikte, besefte je dat elke uitstap voor jou waarschijnlijk de laatste zou zijn geweest. Het deed je mentaal veel pijn telkens je iets niet meer mocht doen of niet meer kon doen: het autorijden, op je computer werken, het dagblad lezen, je iPhone of de afstandsbediening van het televisietoestel gebruiken. Het “ging" allemaal niet meer. Je besefte je achteruitgang maar al te goed, maar je onverbiddelijke ziekte maakte dat dit alles te moeilijk, te ingewikkeld werd. Je huilde en vroeg je af wat je nog aan je leven had omdat je zo weinig nog kon doen en omdat genieten met je beperkte levensperspectief wel heel moeilijk werd. Dit ondanks de ontelbare inspanningen van je omgeving, je echtgenote Daniëlle, je kinderen Yves en Stephanie, je schoonkinderen Kim en Christophe, je kleinkinderen Elise en Milan, naar wiens geboorte je zo had uitgekeken, je mama, de stieffamilie van Danielle, je vele vrienden. Allemaal hielden ze zielsveel van je. 

 
Maar de existentiële vragen bleven meer en meer je gedachten domineren naarmate het einde naderde. Je beschouwde dat je omgeving niet kon begrijpen hoe je je psychisch voelde en sloot je ongewild meer en meer af in je eigen wereldje. Zonder dat je het besefte werd je meegezogen in de vicieuze cirkel die je onherroepelijk naar de diepte trok. Bij elke tik van de enorme klok op de palliatieve afdeling van het Erasmusziekenhuis, waarvan het personeel dagelijks engelenwerk verricht, werd het duidelijker dat het einde, jouw einde, dichter en dichter kwam. De dood nam langzaam maar zeker de macht van je over naarmate je klokje zachter en zachter begon te tikken tot de radertjes onverbiddelijk één voor één uitvielen. 
 
Je laat nu een enorme leemte achter in ons hart. Hoe moet het nu verder? Toon Hermans, de onvolprezen Nederlandse cabaretier, verwoorde het als volgt:
 
"Nu 't rouwrumoer rondom jou is verstomd
de stoet voorbij is, de schuifelende voeten
nu voel ik dat er 'n diepe stilte komt
en in die stilte zal ik je opnieuw ontmoeten
en telkens weer zal ik je tegenkomen
we zeggen al veel te gauw: het is voorbij
hij heeft alleen je lichaam weggenomen
niet wie je was en ook niet wat je zei
ik zal nog altijd grapjes met je maken
we zullen samen door het stille landschap gaan
nu je mijn handen niet meer aan kunt raken
raak je mijn hart nog duidelijker aan"
 
Beste Patrick, het is nu helaas tijd om afscheid van je te nemen. Slaap zacht en je zult ongetwijfeld nog zeer dikwijls onze harten raken...