Mei 2017

maandag 1 mei 2017
Beste vriend(inn)en,
 
Deze maand hebben we afscheid moeten nemen van ons oudste en trouwste lid: George Dick.
 
Als ultieme eerbetuiging wil ik dit woordje beperken tot de afscheidsspeech bij de begrafenisplechtigheid. Ik hoop en ben ervan overtuigd dat dit in naam is gebeurd van ieder van ons.
 
Beste George,
 
Ik durf zeggen Lieve George,
 
Dit wordt een moeilijk moment.
 
We gaan mekaar aanspreken zoals we steeds gedaan hebben: een beetje plagend, soms wat overdreven, maar altijd met volle respect voor mekaar.
 
Je hebt me een serieuze loer gedraaid. Toen ik in juli vorig jaar het
 
voorzitterschap van onze Rotary Club Antwerpen Ring aanvatte, heb ik direct tegen mijn echtgenote Nicole gezegd: ik hoop uit de grond van mijn hart dat we dit jaar geen enkel lid voor altijd zouden verliezen. Niet dus. Dat het dan ook nog mijn peter in Rotary betreft, maakt het nog pijnlijker.
 
Ik ken je nog maar 5 jaar, maar de vele gesprekken met jou en andere Rotariërs moeten het me toch mogelijk maken om een beeld van je op te hangen.
 
Je stond mee aan de wieg van onze club nu 39 jaar geleden in mei 1978.
 
Je was voorzitter van de club in het jaar 1983-1984: volgens jou het gelukkigste jaar als Rotariër. Met fierheid vertelde je hoe je het klaarspeelde om burgemeester Brouhon van Brussel (met chauffeur en escorte van de rijkswacht) tesamen met burgemeester Cools van Antwerpen aan tafel kreeg tijdens een dinsdagmiddagvergadering in het Crest-hotel.
 
Je hebt dan jarenlang protocolchef geweest. Daar had je de flair, de mondigheid, de nodige humor en stiptheid voor wat resulteerde in een schijnbaar natuurlijke autoriteit. Zo goed zelfs dat je in 1999-2000, het jaar dat Bob De Ceuninck Gouverneur van ons district was, een onvoorwaardelijke steun voor hem waart op Conferences en Assemblies.
 
Van Jacques Guffens kreeg je de opdracht om Probus België en daarna ook Probus Frankrijk op te richten. Die opdracht werd feilloos uitgevoerd, getuige devele bloeiende clubs, die je nog steeds op handen dragen.
 
Samen met John De Bruyn heb je de banden met onze zusterclub Surbiton in Engeland gesmeed en uitgediept. Rotary Club Surbiton en Antwerpen-West hebben ons trouwens hun medeleven betuigd en gevraagd dit ook over te brengen aan de familie.
 
Met zulke troefkaarten was het dan ook niet moeilijk dat je samen met Roger De Loose lange tijd aanzien werd als de kingmaker van de club, wat vaak resulteerde in een verkozen voorzitter, die paste in jullie visie van het ideale voorzittersprofiel.
 
Ook qua aanwezigheden scoorde je meer dan 100% vanwege de veelvuldige bezoeken aan andere clubs.
 
Voor dit alles heeft de club je door de jaren heen terecht bedacht met maar liefst 5 Paul Harris Fellow eretekens.
 
Dat je een anglofiel was, was iedereen bekend. Vele kinderen van leden heb je trouwens ook aan Engelse taallessen in UK geholpen.
 
Het beeld van George als gentleman was niet alleen het gevolg van je perfecte dress-code wellicht een beroepsafwijking, maar ook de charmerende en complimenterende manier van omgaan met zowel de dames als de heren. Hierbij werd iedereen van kop tot teen discreet bekeken, dikwijls gevolgd door een goedkeurend knikje.
 
In de liefde heb je ook heel veel geluk gekend. Wekelijks mocht ik horen hoe goed Huguette wel voor je zorgde. Voor wel erg verlengde weekends werd je wekelijks bij haar thuis uitgenodigd en in de tussenliggende dagen werd gezorgd dat er voldoende pakjes van de soldaat in de ijskast lagen. Je werd vertroeteld door haar en haar schatten van kinderen en kleinkinderen.
 
Vaak spraken we ook over jouw eerste vrouw Suzy, die na een paar dagen ziekte je lang geleden voorging naar de hemel. Dit gesprek werd steeds afgesloten met ‘the love of my life’ en een beetje stilte.
 
Deze beide liefdes kunnen misschien het best worden samengevat in volgende zin.
 
Degene die ik liefheb verlaat ik,
 
Om degene die ik liefhad terug te vinden.
 
Het ga je goed, George,
 
We’ll miss you.